Ik ben gamer. Echt hardcore. En dan geen Candy Crush, maar mmo’s (massive multiplayer online) en keihard koppen knallen. Ik vind dat bevrijdend.
Je begeeft je in een andere wereld, met eigen regels. Jarenlang speelde ik World of Warcraft. Ik zat in een ‘guild’ en dat was echt meer dan gamers die samen dingen kapotschieten. We waren een vriendengroep met leden over de hele wereld. We hadden zelfs een forum waar we buiten gametijd allerlei dingen op postten. Van de beste specs voor je ingame karakter tot persoonlijke drama’s. We leefden met elkaar mee.
Het is een gek idee. Je loopt met zijn allen, dat wil zeggen met een groep getekende poppetjes, in een virtuele wereld. Virtueel dichtbij. Fysiek ver. Je hoort iemands leven door je koptelefoon: een moeder die dreigt dat ze de stekker eruit trekt want het eten wordt koud. Lieve woordjes tegen een gevallen kind. Een zeurende vrouw. ‘Alleen deze boss nog schat, ik kom er zo aan!’ ‘Dat zeg je al een uur.’ Gevloek, getier, maar ook de gezamenlijke vreugde als eindelijk, eindelijk die eindbaas is verslagen waar de guild al drie weken stuk op gaat. Liefdes ontstaan en huwelijken gaan kapot. En jij bent erbij.
In onze guild zat ook een stel uit Israël, ze woonden in Tel Aviv. Midden in een missie riepen ze ineens ‘got to go, bomb alarm!’ We hoorden twee dagen niets van onze guildleader en zijn vrouw. Toen ze zich tot onze grote opluchting weer meldden bleek dat de raketaanval een stroomstoring had veroorzaakt. Zij waren er koel onder. Voor hen was dit niet de eerste keer en ze hadden leren leven met de constante dreiging. Op ons maakte dit meer indruk dan de berichtgeving in de media.
World of Warcraft heeft me veel tijd gekost (die ik toen nog had), maar ook vriendschappen en aparte ervaringen opgeleverd. Ik wil daarom mijn achtjarige dochter aan het gamen krijgen. Goed voor de oog-handcoördinatie en sociale skills ook. Bovendien valt er veel geld mee te verdienen als je heel goed bent. Met een vriendinnetje probeert ze FIFA op de Playstation. Mijn man staat achter ze en geeft aanwijzingen: ‘Kruisje! Kruisje! DRIEHOEK! Nu vierkant, nee rondje. RONDJE!’
Steeds nerveuzer drukken de meisjes alle knopjes tegelijk in. Rode koontjes en paniek in hun ogen. Plots klinkt er gejuich. Ze hebben gescoord! High fives en hoge gilletjes. Mijn man komt naar me toe en zegt: ‘Ik had het hart niet ze te vertellen dat het in eigen doel was.’
Opvoeden betekent voortdurend je verwachtingen bijstellen. Volgende keer proberen we Pong.