Een Ethiopische herder zag dat zijn geiten na het eten van bepaalde bessen erg opgewonden werden. Nieuwsgierig plukte hij er zelf een aantal, kookte ze en dronk het aftreksel op. Volgens één legende is dit de ontdekking van koffie. Hoogstwaarschijnlijk is er niets van waar, maar je kunt je er wel wat bij voorstellen. Het zou zomaar echt gebeurd kunnen zijn.
Je ziet het helemaal voor je: Harry (niet z’n echte naam) de herder die opmerkt dat z’n geiten zelfs voor geiten wel heel raar doen. En vervolgens op onderzoek uitgaat om erachter te komen dat ze van een bepaalde bes hebben gegeten. Een bes die zo’n rare invloed heeft op je geiten, die wil je natuurlijk zelf ook uitproberen. Maar net als wij heeft Harry van z’n moeder geleerd dat je niet zomaar alles in je mond moet stoppen, dus brouwt hij er een drankje van.
Van een bessenbrouwsel naar het branden en malen van bonen is dan eigenlijk nog maar een kleine stap. Zodra we eenmaal hebben besloten dat iets eetbaar is, verzinnen we de raarste manieren om het te bereiden. (Daar kom ik zo nog op terug.) En het zal Harry ook niet heel veel moeite hebben gekost om anderen te overtuigen een slokje te nemen. Een bessendrankje is immers zo vreemd niet. En dat geiten die bessen eten, ach, dat deert niet.
Dus of het nou echt zo gebeurd is of niet, het verhaal van Harry is zonder meer geloofwaardig. Misschien dat je wel hetzelfde zou hebben gedaan, als je elfhonderd jaar geleden geitenherder was geweest in Ethiopië. Maar wat er bij mij dus echt niet in wil: de eerste persoon in de geschiedenis van de mensheid die besloot dat kopi loewak een goed idee was.
Voor wie het niet weet, dat is koffie van bonen die afkomstig zijn uit de uitwerpselen van de civetkat. Het komt uit Indonesië en ik heb zelf de Vietnamese variant weleens gedronken. Ander dier, zelfde toevoerkanaal. Dat ik het zelf heb gedronken, is dan weer niet zo vreemd. Want als iedereen beweert dat iets een delicatesse is, ben je algauw geneigd het te proberen. Neem onze nationale lekkernij, de haring. Dat is strikt genomen een half verrotte rauwe vis.
Nee, wat mij boven m’n verstand gaat is wat zich afspeelde onder het schedeldak van de eerste persoon die dacht: ‘Laat ik de koffiebespitten uit deze poep peuteren en er koffie van zetten.’ Dat is hele andere koek dan ‘Goh, wat doen mijn geiten raar’.
Hoe dan ook, die hygiëneonverschillige halvegare vond dus wel even uit hoe je de allerlekkerste koffie maakt. Koffie die jij en ik overigens niet drinken want de civetkatten worden in veel te kleine hokjes gehouden. Desalniettemin mogen we deze persoon, en al die anderen die rare dingen in hun mond stopten en nieuwe delicatessen ontdekten, dankbaar zijn.
Denk daar maar eens aan de volgende keer dat je ‘Niet in je mond stoppen!’ naar je peuter roept.