Begin april zijn ze er al, maar dan zijn ze zo schreeuwend duur dat groenteboer John zijn vingers er niet aan durft te branden. De week daarna koopt hij een of twee kratjes voor een prijs dat je snapt waarom we ze ‘het witte goud’ noemen. Pas de week daarna, als het seizoen echt is aangebroken, zijn ze een beetje betaalbaar en koop ik fanatiek iedere woensdag op de markt een kilootje asperges.
Dat fanatisme duurt tot in juli, wanneer de asperges steeds houtiger worden. Dan hou ik het weer een jaartje voor gezien. Tuurlijk, als je per se wilt, kun je asperges het hele jaar door kopen. Maar dat is toch niet hetzelfde. En omdat ze dan van ver moeten komen, is het ook niet heel verantwoord.
Met uitsterven bedreigd
De kortstondigheid van mijn jaarlijkse aspergesyndroom is nu juist wat het zo aantrekkelijk maakt. Net zo met zuurkool: zodra de zelfgemaakte zuurkool bij scharrelslager Erik in de vitrine ligt, weet ik dat het stamppotseizoen is begonnen. In de supermarkt kun je het hele jaar door zuurkool eten, maar dat vind ik net zoiets als erwtensoep tijdens een hittegolf.
Gelukkig moet zelfs de machtige supermarkt buigen voor het spruitjesseizoen (oktober tot maart). Maar voor hoelang nog? En dat brengt me op het erge van het syndroom van asperge: dat het uitsterft.
Vers of ver
Toen ik in de vorige eeuw mijn eerste boodschappen deed, kon het nog gebeuren dat de bospeen, andijvie of spinazie op mijn lijstje niet vers verkrijgbaar waren. Want buiten het seizoen. Dat heeft er geregeld voor gezorgd dat ik mijn kookplannen op het laatste moment moest aanpassen. (Misschien kan de lezer zich – lang geleden – een foeterende jongeman bij de groenteafdeling herinneren.)
Tegenwoordig hebben we met slimmigheden en kasteelt het seizoen zover weten op te rekken dat vrijwel alles het hele jaar door vers verkrijgbaar is. En waar dat niet is gelukt, halen we het van ver. Dat is vooruitgang. Vraag het maar aan iedereen die weleens boodschappen met mij heeft gedaan: de sfeer in de supermarkt is zonder meer verbeterd.
Vooruitgang?
Maar hoeveel vooruitgang kan een mens verdragen? Ik ben blij als het aspergeseizoen aanbreekt of wanneer ik de eerste spruiten zie liggen. Daarentegen laten sperziebonen (juni-oktober), paprika (idem), doperwten (mei-augustus), tomaat (mei-oktober) en al die andere groenten die je het hele jaar kunt krijgen me wat dat betreft volkomen koud.
Is dat eigenlijk niet een beetje zonde?